Grondvest Nederland B.V.

Schipholweg 1, 2034 LS, Haarlem
Schipholweg 1
2034 LS, Haarlem
023 303 0790

Openingstijden

  • maandag: 09:00–17:30
  • dinsdag: 09:00–17:30
  • woensdag: 09:00–17:30
  • donderdag: 09:00–17:30
  • vrijdag: 09:00–16:00
  • zaterdag: Gesloten
  • zondag: Gesloten

Grondvest Nederland is gespecialiseerd in de aan- en verkoop van strategisch gelegen agrarische gronden in Nederland waarvan de kans bestaat dat deze in de toekomst van bestemming wijzigen. Wanneer de bestemming wijzigt naar bouwgrond is er vaak sprake van een forse waardestijging van de grond.

Waar voorheen enkel gemeenten, banken en grote ontwikkelaars hiervan konden profiteren, biedt Grondvest Nederland bedrijven en particulieren de mogelijkheid al vanaf 1000 m2 aan te kopen. Door jarenlange ervaring heeft Grondvest Nederland een groot netwerk opgebouwd dat met ons meedenkt, zodat Grondvest Nederland alleen de beste gronden in de portefeuille opneemt.

Na betaling van het resterende bedrag ontvangt de notaris u graag op haar kantoor voor de passering. Deze zal alles uitvoerig met u doornemen, controleren of alles klopt en u nogmaals wijzen op de risico's.

Er dreigt een woningtekort van ruim 300.000 woningen vanaf 2020. Grond is in deze tijd nog betaalbaar en als er straks een inhaalslag wordt gemaakt op de woningbouwmarkt, hoeft u niet achter de feiten aan te lopen als u dan nog grond wilt gaan aankopen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht dat de Nederlandse bevolking tot 2040 zal groeien. Grote woningcorporaties en projectontwikkelaars hebben het in deze tijd moeilijk en dat biedt u en ons kansen om nu de gronden aan te kopen, welke in het verleden vaak al in handen waren van de eerder genoemde marktpartijen.

Behalve met eventuele ruilverkavelingsrente moet u rekening houden met waterschapslasten. Anders dan ruilverkavelingsrente is iedere eigenaar van grond waterschapslasten verschuldigd. De waterschapslasten zijn te overzien, aangezien deze nooit meer dan enkele tientallen euro's per jaar bedragen. Indien uw grond wordt verpacht en door de pachter zakelijk wordt gebruikt, dan komt de onroerend zaakbelasting (OZB) voor rekening van de pachter.

Dit is natuurlijk de belangrijkste vraag van allemaal. Het is echter zoals bij alle investeringen: Als wij het antwoord zouden weten, dan hoefden we nooit meer te werken. Doordat onder meer de gemeenten doorgaans niet transparant zijn en de personen op beleidsbepalende posities wijzigen, is iedere kansberekening zinloos. Op basis van jarenlange ervaring zijn wij echter overtuigd dat bij geen enkele andere investering, de verhouding tussen de opbrengst en het risico zo gunstig is

Vooropgesteld moet worden dat voorafgaand aan iedere investering een deugdelijke afweging van de mogelijkheden en risico’s plaats dient te vinden. Een besluit om te investeren moet weloverwogen worden genomen. Dit geldt dus ook voor het investeren in strategisch gelegen grond. Hoewel het kan voorkomen dat de bestemming van grond wijzigt binnen korte tijd na de aankoop, moeten investeerders in grond over het algemeen over een langere adem beschikken. Dit betekent dat investeren in grond uitsluitend geschikt is voor investeerders die voor hun levensonderhoud niet afhankelijk zijn van de gelden die zij investeren in grondposities. Het investeren in grond zou wat ons betreft niet moeten worden overwogen door mensen die onvoldoende financiële armslag hebben om een gedeelte van hun beschikbare vermogen voor onbepaalde tijd vast te zetten.

In het geval dat een partij uw grond na een bestemmingswijziging wenst te verwerven, levert u uw grond aan deze partij. Ook voor deze levering is een notariële akte noodzakelijk en na de overdracht zal de notaris het bedrag van verkoop aan u overmaken, waarbij u verzekerd bent van een gedegen juridische en financiële begeleiding. Hoe de verkoop exact te werk gaat staat omschreven in uw koopovereenkomst. Als u hier vragen over heeft, kunt u contact opnemen met ons.

Nee, indien de bestemming van de grond wijzigt, dan rust op eenieder binnen het perceel de verplichting om de grond te verkopen aan een nader aan te wijzen partij die de ontwikkeling van de grond op zich neemt. Wanneer dit niet het geval zou zijn, zou een enkele investeerder het onmogelijk kunnen maken voor alle investeerders in het gebied om van de waardestijging te profiteren. Wij proberen hiermee derhalve uw belang te dienen.

De markt voor grondinvesteringen is transparant. Iedere transactie kan via uw eigen notaris lopen en wordt geregistreerd in het Kadaster. Bij het Kadaster kunt u aktes op vragen wat de verwervingsprijs is geweest van de verkoper en wat de waarde is van gronden in de regio.

Ja, u bent volledig eigenaar van de grond. U kunt uw kavel dus op ieder gewenst moment verkopen aan een door u te bepalen derde, waarbij u vrij bent in het bepalen van de verkoopprijs.

Indien de bestemming van de grond is gewijzigd, zal de waarde van de grond worden vastgesteld. Daarbij bent u er van verzekerd dat de werkelijke waarde van de grond uit de bus komt, aangezien de waardering geschiedt door onafhankelijke taxateurs, die u samen met Grondvest Nederland B.V. mag aanwijzen. Op de vastgestelde meerwaarde worden de door u gemaakte kosten zoals overdrachtsbelasting, notariële en kadastrale kosten in mindering gebracht.

Het Rijk is op zoek naar plekken waar na 2030 op grote schaal gebouwd kan worden. Op de lange termijn zijn er meer woningen nodig voor de groeiende bevolking. Demissionair minister Hugo de Jonge (Wonen) kijkt daarvoor naar regio’s buiten de Randstad.

De Nederlandse bevolking kan van 17,8 miljoen inwoners groeien tot 20,6 miljoen in 2050, heeft statistiekbureau CBS berekend. Voor 2030 wil het kabinet ruim 900.000 nieuwe woningen hebben gebouwd. Maar die bouwplannen voorzien nog niet in genoeg huizen voor de lange termijn, schrijft De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer.

Daarom wil hij zoeken naar plekken die geschikt zijn voor grootschalige woningbouw. Dat zijn locaties waar meer dan drieduizend woningen passen. Er moet ook nagedacht worden over de infrastructuur voor de nieuwe wijken, de aanleg van groen, drinkwater en zorg in de buurt.

De Jonge kijkt nadrukkelijk naar gebieden buiten de Randstad. Zo noemt hij de regio Eindhoven, de Stedendriehoek (Apeldoorn, Zutphen en Deventer), Twente, Zuid-Limburg en de regio tussen Groningen en Assen met een uitloop naar Emmen.

Op dit moment zijn er 400.000 woningen te weinig. De bouw van nieuwe huizen gaat niet zo snel als gewenst. Dat ligt aan onder meer het gebrek aan personeel, liet het demissionair kabinet eerder weten. Bovendien zijn de huizenprijzen gedaald, terwijl de bouwkosten en de rente oplopen.

Amsterdam - In de komende jaren kunnen versneld 200.000 extra woningen gebouwd worden als er in dorpen en steden één of twee straten bij gebouwd worden. Dat zegt Economisch Instituut voor de Bouw naar aanleiding van een uitwerking van een studie in opdracht van demissionair woonminister De Jonge. Volgens de EIB kan Hugo de Jonge, demissionair woonminister, het beste gaan bouwen in de steden zelf.

Voorwaarde is wel dat gemeenten zelf de vrijheid krijgen om maximaal vijftig woningen neer te zetten aan de rand van de bebouwing van een dorp of stad. De al bestaande wooncrisis verergert momenteel, omdat er geen ’makkelijke’ locaties zijn. Veel bestaande woningbouwplannen zijn binnenstedelijk, waar al bebouwing is. Bedrijven moeten dan eerst uitgeplaatst worden, wat doorgaans jaren kost.

Een kleine uitbreiding aan de rand van een dorp is makkelijker, zo is verwachting. „Als we dit plan zouden invoeren in heel Nederland dan zou dat afgaande op de ervaring in Noord-Holland en de eerste resultaten voor Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant ruwweg 200.000 extra woningen kunnen opleveren”, aldus directeur Taco van Hoek van het EIB. Demissionair minister De Jonge reageert vrijdag op het onderzoek.

Het EIB kwam vorig jaar al met dit idee, maar heeft dit nu nader uitgewerkt. Het instituur heeft in 23 gemeenten in Noord-Holland gekeken naar de mogelijkheden wat het oplevert als deze rond bebouwde kernen in steden en dorpen er één of twee straten bijbouwen. Hieruit komt naar voren dat niet alle locaties die op papier geschikt leken, dit in de praktijk ook waren. Maar na correctie hiervoor kunnen in Noord-Holland nog altijd 45.000 woningen via het ’straatje erbij’-idee gerealiseerd worden, aansluitend op de bestaande bebouwing. „We hebben altijd gedacht dat kleine locaties bij bestaande steden en dorpen een belangrijke sleutel kan zijn om de wooncrisis op te lossen en dat blijkt nu ook uit een praktijktoets onder gemeenten”, zegt Van Hoek in een toelichting.

Het EIB benadrukt dat dit kan zonder een beroep te doen op natuurgebieden, stilte- of vogelbeschermingsgebieden, gebied rond Werelderfgoed, en voldoende uitvalswegen. Ook biedt het een kans om ’verrommelde stukken’ weer mooi te maken of in te passen.

Om het plan te laten slagen is meer vrijheid vanuit de provincies richting een gemeente een belangrijke voorwaarde. „Veel gemeenten willen wel, zo hebben wij vastgesteld. Maar ze krijgen geen toestemming. De eerste sleutel is meer vrijheid vanuit de provincie. Het is toch merkwaardig als een gedeputeerde moet beslissen of er twintig woningen in Volendam bij mogen komen. Je zou denken dat de provincie zich vooral richt op wat grotere ontwikkelingen met effecten die het niveau van individuele gemeenten overstijgen. Voor een ’straatje erbij’ geldt dit niet en het ligt in de rede dat de democratisch gekozen gemeenteraad hier zelf over kan beslissen. Wij hebben bovendien geconstateerd dat de gemeenten zelf veel belang hechten aan ruimtelijke kwaliteit en landschap, zodat dit goed geborgd lijkt. Het plan vergt maximaal 2% aan landbouwgrond”, zegt Van Hoek.

Vanuit deze achtergrond heeft het EIB nu de ’kruimelregel’ bedacht. Dat houdt in dat gemeenten de vrijheid krijgen om zelf tot maximaal vijftig woningen neer te zetten aan de rand van de bebouwing van een dorp of een stad. „Als we dit plan zouden invoeren in heel Nederland dan zou dat afgaande op de ervaring in Noord-Holland en de eerste resultaten voor Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant ruwweg 200.000 extra woningen kunnen opleveren. Kleinschalige woningbouw vraagt ook om tijd en capaciteit, maar de doorlooptijd van dit soort projecten is relatief kort, waardoor het leeuwendeel van dit soort woningen binnen vier jaar te realiseren is. Het is een heel praktische oplossing, waarmee wij de woningnood serieus kunnen oplossen”, aldus Van Hoek.

Demissionair bouwminister De Jonge koerst op de bouw van 900.000 woningen met een sterk accent op grote projecten in steden. Dit is van belang voor de langere termijn, aldus het EIB. Maar in de tussentijd is er meer nodig. De afgelopen jaren is de woningbouw in zwaar weer terechtgekomen door te willen bouwen op steeds moeilijkere locaties, terwijl de opbrengsten voor woningbouw onder druk zijn gezet door de eis van betaalbaarheid.

Van Hoek: „Ideologie heeft lange tijd centraal gestaan in het ruimtelijk beleid met allerlei negatieve beelden over woningbouw in het buitengebied. Als je naar de feiten gaat kijken dan blijken deze beelden niet te kloppen. Hoge ambities rond natuur en landschap zijn prima te combineren met kleinschalige woningbouw aan de randen van steden en dorpen. De woningnood is niet het gevolg van marktfalen, maar van beeldvorming bij de overheden die heeft geleid tot een zeer restrictief beleid op locaties waar dit niet nodig is. Hier ligt een uitgesproken kans om de koers te verleggen en met het aantreden van nieuwe colleges in de provincies lijkt er bestuurlijk ook meer ruimte te kunnen ontstaan.”

Niet één maar twee miljoen extra woningen zijn er in Nederland nodig, luidt de voorspelling van WoningbouwersNL. Door de vergrijzing en de bevolkingsgroei moet er in rap tempo gebouwd worden, wat ook is doorgedrongen tot de politiek. Van links tot rechts worden er in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen plannen aangekondigd, maar waar moeten de huizen komen? Bouwexperts zien mogelijkheden, met name aan de (groene) rand van de stad. Er wordt zelfs gedacht aan een geheel nieuwe stad.

Nederland is met een dichtheid van 523 inwoners per vierkante kilometer al het dichtstbevolkte land van Europa, op een paar ministaatjes na, en telt iets meer dan 8 miljoen woningen. Daar zouden nog twee miljoen huizen bij moeten komen, stelde brancheorganisatie WoningbouwersNL van bouwers en ontwikkelaars woensdag in zijn halfjaarlijkse rapport. Eén miljoen staan al op de planning van demissionair woonminister Hugo de Jonge, op veelal binnenstedelijke locaties in grote steden.

Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw lukt het niet om een groot deel van deze woningen van de grond te krijgen voor 2030, omdat dit ’moeilijke’ locaties zijn op plekken waar nu al bebouwing is. Die zullen pas later concreet worden, aldus het EIB, dat het plan muntte voor een ’straatje erbij’. Er zouden 200.000 woningen bij kunnen komen als in alle kernen in Nederland één of twee straten bijgebouwd zouden worden.

Volgens directeur Coen van Rooyen van WoningbouwersNL zijn die twee miljoen extra woningen makkelijk te realiseren: „Als ik door Nederland rij, dan zit ik 90% van de tijd te kijken naar weilanden waar niks groeit en soms wat koeien lopen. Die gebieden worden nu beschermd, maar daar kun je prima hele nieuwe wijken neerzetten.”

Het feit dat veel boeren moeten gaan stoppen vanwege de stikstofwetgeving, biedt volgens Van Rooyen ook volop kansen voor woningbouw. „Als we die lapjes grond nou gaan bebouwen, met bomen, parken, natuurgebieden, goede waterbergingen, dan hebben we ruimte zat voor die woningen.”

Maar wat is de beste regio? Het kabinet heeft de waarschuwingen opzijgeschoven dat veel woningen verrijzen in gebied dat gevaar loopt door de klimaatverandering. Zo moeten we in het jaar 2100 rekenen op een zeespiegelstijging van 30 tot 120 centimeter, waarschuwde Deltacommissaris Peter Glas eerder.

Liefst 820.000 nieuwe woningen zijn gepland in gebieden met gevaar voor overstromingen of verzakkingen door natheid of juist periodes van droogte, constateerde de Deltacommissaris. Banken en verzekeraars waarschuwen ook al langer dat zulke woningen op termijn sterk in waarde kunnen dalen. ABN Amro besteedde er net ook ruim aandacht aan in zijn rapport Stand van de Bouw. „Veel gemeenten waar een groot aantal bouwvergunningen is afgegeven, liggen onder of net boven de zeespiegel. Voorbeelden hiervan zijn Zaanstad, Gouda, Almere, Zoetermeer en Lelystad. Er zou vooral gebouwd moeten worden in Oost-Nederland en Limburg”, aldus experts van de bank.

„Nederland is nog lang niet vol, maar tegelijkertijd heeft alle beschikbare ruimte al een functie. Er is een strijd om de ruimte en die neemt alleen maar toe. Wat we kunnen doen is stedelijker bouwen, dus in grotere aantallen en aan de randen van de steden”, zegt voorman Jan Fokkema van ontwikkelaarskoepel Neprom. Volgens hem zou de politiek moeten overwegen om een nieuwe stad te bouwen, zoals de een paar jaar geleden gepresenteerde stad Eemvallei tussen Almere en Zeewolde.

WoningbouwersNL-directeur Van Rooyen denkt dat de bouw in de Randstad rustig door kan gaan. „We houden al 500 jaar bij de woningbouw rekening met water en bodem. En wat moeten we anders? Moeten we de plug uit Rotterdam trekken of Amsterdam teruggeven aan de zee? Dat gaan we toch niet doen?”

„We hebben een enorme opgave met elkaar te realiseren op het gebied van de volkshuisvesting”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken. „Een gebrek aan regie op de volkshuisvesting én een gebrek aan grip op migratie heeft geleid tot het woningtekort dat we hebben. We moeten alles op alles zetten om te zorgen dat het aantal woningen dat erbij komt harder stijgt dan het aantal mensen dat erbij komt.”

Het ministerie mikt nog altijd op 981.000 woningen van 2022 tot en met 2030. Voor de zomer werd duidelijk dat er een dip komt waardoor die opgave uit zicht raakt. „Gezien de grote opgave verdraagt de woningbouw geen stilstand. We moeten er alles aan doen om op korte termijn de te verwachte dip te beperken”, zegt de woordvoerder. „Dat betekent snel bouwen wat al vergund is en snel vergunnen wat snel gebouwd kan worden. We zullen het woningtekort in moeten lopen. En dus moeten we met meer tempo en meer regie, meer betaalbare huizen bouwen.”

Amsterdam - Het kabinet wil de woningnood verlichten door een miljoen huizen te bouwen. Maak daar maar twee miljoen van, zegt WoningbouwersNL. „Over tien jaar bestaat een kwart van de bevolking uit 65-plussers. Je hebt die extra woningen hard nodig voor arbeidsmigranten”, aldus directeur Coen van Rooyen van de organisatie van bouwbedrijven en ontwikkelaars.

Van Rooyen wijst erop dat volgens het CBS alleen al het aantal 85-plussers binnen twintig jaar ruim verdubbelt naar 841.000. Gekscherend schetst hij als ’simpele populistische oplossing’ voor de vergrijzingsgolf dat Nederlanders na hun pensioen verplicht moeten emigreren. „Dan hoeven wij niet meer voor hen te zorgen en komen al die huizen vrij voor gezinnetjes”.

WoningbouwersNL baseert zich mede op onderzoek van de denktank Denkwerk, die schat dat er de komende vijftien jaar alleen al 700.000 tot 800.000 extra handjes nodig zijn in de zorg. Om de huidige verhouding tussen werkenden- en inactieven op peil te houden, zou de bevolking met zes miljoen moeten groeien.

Van Rooyen: „Als we onze welvaart willen behouden, moeten we nadenken over het migratiebeleid. Dat betekent: niet onze grenzen sluiten, maar de grenzen openen voor de juiste mensen die onze zorgtaken uitvoeren en onze economie versterken. Dan komen we er niet met een miljoen woningen, dan heb je er op termijn twee miljoen extra nodig.”

De branchevereniging presenteerde woensdag zijn halfjaarrapport over de Nederlandse woningbouw. Daaruit blijkt dat een miljoen huizen al veel moeite kost. In tien jaar zijn niet zo weinig nieuwbouwhuizen verkocht. Het aantal bouwvergunningen lijkt dit jaar op 60.000 uit te komen, ver onder de 100.000 die woonminister Hugo de Jonge nastreeft. Dit terwijl het tekort aan woningen inmiddels al is opgelopen tot 400.000, terwijl de bevolking sterk doorgroeit door de immigratiestroom.

„Die ambitie van een miljoen huizen, iedereen weet dat we dat niet gaan halen”, zegt Van Rooyen. Hij zou willen dat de voet extra op het gaspedaal gaat. „Nu gaat de discussie in gemeenten over dat ene weilandje waar woningen op moeten komen. Maar wij gaan nog veel meer van die veldjes nodig hebben. Daar moet je grootschalig over nadenken”.

Ondertussen stroomt het land vol met arbeidsmigranten en vluchtelingen. Zelfs voor de toestroom van de Oekraïners kwamen per saldo 108.000 meer mensen binnen dan er vertrokken. Dat legt vooral druk op de sociale huur, zegt onderzoeker Jannes van Loon van WoningbouwersNL. „Poolse migranten kennen hier inmiddels de weg en belanden vaak in sociale huurwoningen. Van de asielzoekers belandt maar een heel klein deel in de vrije sector. De praktijk is dat ze met voorrang een sociale huurwoning krijgen.”

Alleen al dit jaar worden zo’n 70.000 asielzoekers verwacht. Woningbouwcorporaties kunnen echter niet genoeg bouwen voor die stroom, zegt Van Loon. „Het geld klotst er tegen de plinten, maar ze bouwen te weinig. Al jaren komen ze niet boven 15.000 nieuwe huurwoningen. Maar tegelijk worden duizenden woningen verkocht of gesloopt, dus in werkelijkheid voegen ze minder toe. Je ziet nu de activiteit bij corporaties wat toenemen, maar ik heb weinig hoop dat er op korte termijn heel veel verbetert.”

Veel woningbouwbeleggers en projectontwikkelaars hebben zich bovendien teruggetrokken uit de Nederlandse huurmarkt, constateert WoningbouwersNL. Door de hoge bouwkosten en gestegen rentes krijgen zij het financiële plaatje niet rondgerekend. Ook is er aanhoudende onzekerheid over de kabinetsplannen met de regulering van de huurprijzen.

Toch is Van Rooyen best hoopvol dat de nieuwbouw niet totaal instort zoals na de vorige financiële crisis. „Het blijft koffiedik kijken, maar de afgelopen maanden zakte de bouw niet verder weg. De prijs van nieuwbouw is al 5 tot 10% gedaald in vergelijking met vorig jaar. Tegelijk zijn lonen zo hard gestegen dat de leencapaciteit van kopers bijna terug is op het oude niveau.”

Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening verwacht volgend jaar een dip in de woningbouw. Met name door migratie groeit de vraag naar huisvesting sterker dan verwacht. ‘Je kunt niet zomaar eventjes de lat omlaag leggen, want we bouwen voor de opdracht die we ook hebben en die opdracht wordt groter’, zegt De Jonge tegen politiek verslaggever Leendert Beekman.

‘We zijn in 2022 harder gegroeid dan was voorspeld van tevoren, namelijk twee keer zo hard. En dat maakt dat de opdracht eerder groter wordt dan kleiner. Hoe groot die opdracht wordt, zijn we op dit moment aan het onderzoeken en daar verwachten we rond de zomer mee te komen, maar ik ga ervan uit dat de opdracht voor de komende jaren eerder groter wordt dan kleiner.’

De Jonge noemt de zorgen bij woningzoekenden groot en zegt ‘iedere dag van de week’ ‘alles op alles’ te zetten om dit op te lossen. Waarbij de minister aantekent niet alles te kunnen oplossen. Hij zegt te willen doorbouwen ‘door die dip heen’ door locaties naar voren te halen, ‘daar waar ze sneller en makkelijker gebouwd kunnen worden als andere locaties de vertraging in gaan’.

En dat betekent volgens De Jonge ‘fors meer geld’ om nieuwbouwprojecten rond te rekenen en om flexbouw te stimuleren. De hogere rente geldt voor de woningbouw als een ‘showstopper’, op de vraag of zijn eigen regulering van de middenhuur niet ook een showstopper is, antwoord De Jonge ontkennend. Hij brengt er tegenin dat er voor de nieuwbouw van middenhuurwoningen een nieuwbouwopslag is en dat er in de tweede plaats geen keuze is. ‘Er had jaren eerder ingegrepen moeten worden.’

Volgend jaar dreigt een rampjaar voor de woningbouw te worden. Gebrek aan grond, hoge rente en gestegen bouwkosten zitten de kabinetsdoelstelling in de weg om in 2030 900.000 woningen erbij gebouwd te hebben. Bovendien stijgt de vraag naar woningen harder dan voorzien.

Deze sombere boodschap klinkt door in de update van minister De Jonge (CDA) voor Volkshuisvesting aan de Kamer. Vorig jaar kwamen er ruim 90.000 woningen bij. Dat aantal ligt nog wel redelijk in lijn met de kabinetsdoelstelling. Maar voor komend jaar is het heel moeilijk om dat tempo aan te houden.

De Jonge somt in zijn voortgangsrapportage de vooruitzichten op. Het Economisch Instituut voor de Bouw gaat uit van een daling van de woningbouwproductie van 3,5 procent in 2023 en nog eens 5,5 procent in 2024 ten opzichte van het jaar ervoor. De organisatie van projectontwikkelaars Neprom verwacht dat de productie van nieuwe woningen met misschien wel de helft gaat terugvallen.

De dip in de bouw kent verschillende oorzaken. Door de hoge rente kunnen woningzoekers minder hoge hypotheken afsluiten. De inflatie duwt de kosten van allerlei bouwmaterialen omhoog, waardoor het lastiger is betaalbare woningen te bouwen. Het vinden van geschikte bouwgrond en het verlenen van bouwvergunningen gaat minder snel dan gehoopt.

Ondertussen stijgt de vraag naar woningen. De Nederlandse bevolking groeide in 2022 met 227.000, twee keer zo hard als in 2021. Dat kwam vooral door migratie. Dit voorjaar worden nieuwe prognoses van de bevolkingsgroei verwacht. Die prognoses leiden hoogstwaarschijnlijk tot het bijstellen van het aantal woningen dat de komende jaren nodig zal zijn.

Vorig jaar en dit jaar werden met provincies afspraken gemaakt over het aantal te bouwen woningen en locaties waar die woningen zouden gaan verrijzen. Maar veel projecten lopen door de moeilijke bouwomstandigheden vertraging op of vallen stil.

De Jonge roept nu provincies en gemeenten op om naar alternatieve locaties uit te kijken. Hierover worden ‘versnellingsgesprekken’ gevoerd, zegt de minister. Hij heeft daarbij een half miljard euro extra tot zijn beschikking om onder de moeilijke omstandigheden het bouwen van extra woningen toch aan te kunnen jagen.

Het realiseren van een nieuwe woning kost nu gemiddeld tien jaar, van plan tot opleveren. De Jonge wil die termijn ten minste halveren. Daarvoor is de wet Regie op de Volkshuisvesting in de maak. Die wet bevindt zich nog in de zogeheten consultatiefase: verschillende belanghebbenden kunnen zich erover uitspreken.

De VVD wil dat reguliere en tijdelijke woningen sneller gebouwd gaan worden. Daartoe roept VVD-Kamerlid Peter de Groot op. Hij vindt dat de focus nog te veel op binnenstedelijk bouwen ligt, terwijl de kansen juist in het buitengebied liggen.

Vandaag tweette De Groot nog dat het ‘nergens op lijkt’ dat de woningbouw stilvalt. Hij noemt het dan ook een gekke situatie dat er zo’n groot tekort aan woningen in Nederland is, en dat er dus flink gebouwd moet worden. ‘Maar er verschijnen steeds berichten dat die bouw eigenlijk inzakt, terwijl je wil dat de bouw toeneemt’, stelt hij. ‘Dat hebben we nodig. Het is dus ook een hartenkreet voor diegenen die wachten op een woning.’

Overal Als voorbeeld noemt De Groot de mogelijkheid om honderdduizenden woningen te bouwen op een Rijksvastgoedlocatie aan de rand van Almere, of aan de rand van Utrecht. ‘Maar er zijn ook voorbeelden van buitenstedelijke locaties nabij Zwolle, die door een politieke draai beschikbaar zijn geworden’, zegt hij. ‘Daar kun je ook heel veel woningen bouwen.’

Politiek verslaggever Leendert Beekman onderschrijft de moeite die minister De Jonge heeft met het vinden van geschikte bouwlocaties. ‘Het is één van de grote problemen’, aldus Beekman. ‘Hij wil dan ook niet alleen naar binnenstedelijke locaties kijken, maar ook naar plekken aan de rand van de stad of het dorp.’

Bezwaarprocedure Maar, benadrukt Beekman, daarbij stuit het Rijk ook op andere problemen. ‘Als je een klein stukje groen wil bijbouwen, stuit je al op bezwaarprocedures’, zegt hij. ‘Dat duurt gemiddeld zes jaar, en aan die lange bezwaarprocedure wil De Jonge een eind maken. Hij zegt dat de ‘Not in my backyard’-cultuur ‘een hoop tegenhoudt’.’

Daarnaast is er volgens Beekman een hoop geld vrijgemaakt om vastgelopen bouwprojecten vlot te trekken. ‘Daar is 250 miljoen euro voor naar voren gehaald’, besluit Beekman. ‘En er is nog eens 300 miljoen vrijgemaakt voor de bouw van flexwoningen, die buiten steden worden gebouwd. Dus De Jonge ziet wel degelijk het probleem.’

De Nederlandse bevolking lijkt in sneltreinvaart verder te groeien naar 18 miljoen inwoners in 2024 en 19 miljoen in 2034. Dat voorspelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Migratie en een langere levensduur zijn verklaringen voor de groeispurt.

Dit jaar groeit het inwonertal naar verwachting met 227.000 mensen, meer dan het dubbele van vorig jaar, blijkt uit een prognose van het CBS. Dat komt vooral door migratie: in 2022 kwamen meer dan 400.000 mensen naar Nederland, van wie een kwart uit Oekraïne.

,,Dit jaar zien we een enorme piek door onder andere de oorlog. Maar het komt ook door mensen die door corona niet naar Nederland konden komen. Plus een hogere instroom van asielzoekers uit Syrië en Afghanistan’’, vertelt Tanja Traag, hoofdsocioloog bij CBS.

Meer kinderen geboren Het meest aannemelijk is dat de stijging de komende jaren weer afneemt. De onderzoekers vergelijken het met de jaren 90 toen een grote stroom immigranten uit het voormalige Joegoslavië naar Nederland kwam. Het percentage terugkeerders lag destijds op 42 procent. Ze verwachten eenzelfde soort verloop bij Oekraïense vluchtelingen.

De bevolking groeit de komende jaren niet alleen doordat meer mensen naar Nederland komen dan er vertrekken, maar ook doordat er meer kinderen worden geboren. Tijdens corona was een ‘klein golfje’ in de geboortecijfers te zien. ,,We verwachten dat op termijn het geboortecijfer verder omhoog zal gaan door de jonge vrouwen die naar Nederland zijn gekomen en vervolgens kinderen krijgen.’’

Op de lange termijn verandert dat. Het groeitempo van de bevolking neemt af: de magische grens van 20 miljoen inwoners wordt naar verwachting bereikt in 2056. Volgens de huidige inzichten zullen tussen 2040 en 2060 jaarlijks meer inwoners overlijden dan er kinderen worden geboren. Dit komt volgens Traag omdat vrouwen steeds langer wachten met hun kinderwens. Dat beïnvloedt het geboortecijfer, omdat op latere leeftijd de vruchtbaarheid afneemt en de kans op een groter gezin kleiner wordt.

Aantal 80-plussers verdubbelt Nog duidelijker is geworden dat de samenstelling van de samenleving gaat veranderen. Het aandeel 65-plussers stijgt van 20 procent in 2022 naar 25 procent rond 2040. Dat komt enerzijds door de geboortegolven na de oorlog en in de jaren 60, anderzijds stijgt de levensduur. Het aantal 80-plussers verdubbelt naar verwachting de komende twintig jaar: van 0,9 miljoen in 2022 naar 1,7 miljoen in 2043. Daarna loopt het zelfs op naar 2,1 miljoen rond 2054. ,,Dit betekent iets voor de maatschappij. Er zullen meer artsen nodig zijn, bedden in verpleeghuizen, mantelzorgers. De sterke groei vraagt om specifieke maatregelen en dit stelt ons voor allerlei beleidsvragen waar niet zo makkelijk een oplossing voor is.’’

Terwijl de vergrijzing op dit moment al voor moeilijkheden zorgt. Zo had Nederland afgelopen kwartaal ruim 400.000 openstaande vacatures, blijkt uit cijfers van uitzendbureau Randstad. Daarnaast is er een groot tekort aan woningen, mede door het groeiend aantal oudere huizenbezitters.

Impact De verhoudingen komen op scherp te staan. Het sterftecijfer komt boven het geboortecijfer te liggen. ,,Kort door de bocht gezegd heeft dat invloed op de staatskas die gevuld moet worden om het stelsel van sociale zekerheid op orde te houden. Daar kan het deel van de Oekraïense vluchtelingen dat in Nederland blijft een bijdrage aan leveren. Als ze zich hier vestigen en een gezin stichten. Dat zorgt weer voor verjonging.’’

Voor het inwonertal in 2070 maken de onderzoekers een ruime schatting: tussen de 19 en 22,4 miljoen inwoners. Want het kan zomaar helemaal anders zijn, weet het CBS inmiddels. ,,Vorig jaar hadden we nog geen idee dat er een oorlog in Oekraïne zou uitbreken. Zo’n ontwikkeling heeft een enorme impact op de cijfers.’’

DEN HAAG - Provincies moeten flink aan de bak om tot en met 2030 zo’n 900.000 nieuwe woningen te laten bouwen. Uit afspraken tussen minister De Jonge (Volkshuisvesting) en provinciebestuurders blijkt dat er vooral in Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant veel nieuwe huizen moeten komen.

De Jonge heeft met alle twaalf provincies ’provinciale woningbouwafspraken’ gemaakt. Per provincie is vastgelegd hoeveel nieuwe woningen er worden gebouwd om de compleet vastgelopen woningmarkt uit het slop te trekken. Tot en met 2030 moeten er in totaal 917.193 woningen worden gebouwd, blijkt uit de afspraken die het ministerie van Binnenlandse Zaken donderdag wereldkundig maakt.

„We staan voor een enorme opgave om de komende jaren in totaal 900.000 woningen te bouwen”, stelt De Jonge. „Dit vraagt een gezamenlijke inzet van overheden, corporaties en marktpartijen.” Vooral in Zuid-Holland (235.460 nieuwe woningen), Noord-Holland (183.600) en Noord-Brabant (130.600) moet de komende jaren flink worden gebouwd.

In Friesland (17.500), Zeeland (16.500) en Drenthe (13.631) is de bouwopgave minder groot, omdat daar ook minder mensen wonen. De CDA-bewindsman stelt zelf dat dit zijn manier is om meer regie te krijgen over de woningmarkt. „Door deze afspraken gaan we met meer regie meer betaalbare woningen bouwen, want het tekort aan woningen is enorm.”

’Regionale woondeals’ De Jonge legt de bal nu bij provincies. „Alle provincies tekenen voor de taak om de komende jaren fors meer betaalbare woningen te bouwen.” Daar moeten de afspraken nu worden uitgewerkt. „Provincies en gemeenten gaan de afspraken verder uitwerken in de regionale woondeals. Daarin komen de concrete locaties, doelgroepen, verdeling huur/koop en prijscategorieën. Met deze aanpak hernemen we de regie op de volkshuisvesting.” De Jonge zegt in het uiterste geval zelf bouwlocaties aan te wijzen.

In het coalitieakkoord is afgesproken om woningbouw te versnellen tot 100.000 extra woningen per jaar. De Jonge liet eerder al weten dat aantal pas in 2024 te halen. Onlangs kwam de minister met een nieuwe slag om de arm. Volgend jaar is de doelstelling 90.000 nieuwe woningen, maar de minister zei onlangs in debat met de Tweede Kamer te zien dat projecten stilvallen.

„Er zit onzekerheid in de markt, dat kan leiden tot stagnatie”, zei De Jonge. „We zien tegenwind, daar moeten we eerlijk in zijn. Het vinden van voldoende locaties, daar zit mijn grootste zorg.” Hij wil de ambitie niet verder terugschroeven. „We gaan de lat niet lager leggen, dat kunnen we ons niet veroorloven.”

Asielzoekers Er is in Nederland een tekort van zo’n 300.000 woningen, dus een inhaalslag is geboden. Daar komt nog bovenop dat een groot aantal asielzoekers moet worden gehuisvest. Inmiddels zitten er zelfs nog zo’n 17.500 ’statushouders’ in de asielopvang die wachten op een woning.

Critici stellen juist dat regie en dadendrang van de minister averechts werken op woningbouwplannen. Verplichte verduurzamingsmaatregelen en regulering van de middenhuur zouden investeerders afschrikken, waardoor minder zou worden gebouwd.

Vanuit de bouwcapaciteit bezien is het mogelijk om in de periode tot 2030 gemiddeld 100.000 woningen per jaar te bouwen en dit te combineren met een ambitieuze duurzaamheidsagenda. Over de gehele periode bezien vereist dit een groei van de werkgelegenheid van 1,8% per jaar, terwijl de arbeidsproductiviteit met gemiddeld 1,6% per jaar moet toenemen.

Bij een hoge productiegroei is een dergelijke groei van de arbeidsproductiviteit haalbaar en zijn technologische doorbraken geen voorwaarde. Bij de werkgelegenheid kan instroom vanuit de opleidingen en structurele groei van buitenlandse arbeidskrachten het leeuwendeel van de vereiste structurele arbeidscapaciteit leveren in de periode 2022-2030. Ook hiervoor geldt dat er geen trendbreuken nodig zijn om de gestage groei mogelijk te maken.

Niet in gevaar De fasering van de beleidsambities verdient echter aandacht omdat een opschaling van 70.000 naar 100.000 woningen op de korte termijn een onevenredig snelle groei van de bouwproductie vereist, zeker in combinatie met de ambitieuze verduurzamingsplannen en de huidige krappe arbeidsmarkt. Wat betreft de bouwcapaciteit hoeft de doelstelling op termijn niet in gevaar te komen als er iets meer tijd wordt genomen om te groeien naar het hoge nieuwbouwproductieniveau.

Het feit dat het vanuit de bouwcapaciteit goed mogelijk is om op termijn 100.000 woningen per jaar te bouwen, neemt niet weg dat er andere belemmeringen spelen. Hierbij geldt alleen al dat er tot op heden onvoldoende vergunningen zijn verstrekt om op de korte termijn 100.000 woningen te bouwen. Dit haakt ook aan bij het kernprobleem voor het tijdig kunnen bouwen van voldoende woningen: een gebrek aan geschikte bouwlocaties. Het huidige kabinet lijkt opnieuw te kiezen voor grootschalige, binnenstedelijke locatieontwikkeling. Verdichting in de steden gaat echter veelal gepaard met kosten voor het verplaatsen van bedrijvigheid en infrastructuur, het saneren van bodemverontreiniging en bezwaren van omwonenden. Naast hogere kosten leidt verdichting in steden ook tot langere doorlooptijden en vereist het extra arbeidscapaciteit. Een evenwichtigere balans tussen zowel kleine en grote als binnen- en buitenstedelijke woningbouwprojecten zou niet alleen de beoogde woningaantallen beter binnen bereik brengen, maar ook minder beslag leggen op de vereiste bouwcapaciteit.

Negatieve beelden In discussies over bouwen in het groen heersen momenteel veel negatieve beelden. Zo zou het onder andere ten koste gaan van waardevol landschap en biodiversiteit en tevens bezwaarlijk zijn vanuit diverse opgaven voor de infrastructuur. Hoewel dit op bepaalde locaties het geval kan zijn, is dit lang niet overal aan de orde. Er zijn heel veel locaties geschikt om hoogwaardige woonkwaliteit in groene omgevingen te realiseren. Uit eerder onderzoek van het EIB is gebleken dat 1 tot 2% van de landbouwgrond al ruim voldoende is om 300.000 extra woningen toe te voegen in groene omgevingen.

Kwaliteit Bij de ontwikkeling van groene locaties is het van belang om vanuit de publieke zaak eisen te stellen aan de inrichting van gebieden: de woningbouw moet passen bij de groene omgeving. In een tijd waar het beleid erg stuurt op aantallen, moet de kwaliteit niet op de achtergrond raken.

Amsterdam - Er kunnen versneld 230.000 woningen in weilanden gebouwd worden, waardoor de woningnood binnen een aantal jaar sterk kan verminderen. De Nederlandse projectontwikkelaars bieden minister De Jonge (Wonen) vandaag een concreet plan aan voor een aantal nieuwe wijken en steden.

„Hiermee kan de minister meteen aan de slag. Die locaties zijn jaren geleden al aangewezen voor woningbouw, maar ze komen niet van de grond. De minister kan dit doorbreken, zodat er meer betaalbare woningen gebouwd kunnen worden”, zegt voorzitter Desirée Uitzitter van ontwikkelaarskoepel Neprom. De komende acht jaar wil het kabinet een miljoen woningen bouwen. Een paar weken geleden gaf de minister aan dat hij de productie wil opvoeren naar 100.000 woningen per jaar, waarvan twee derde van de nieuwe woningen, huur of koop, ’betaalbaar’ moet worden. Dat is volgens de Neprom alleen mogelijk als er ook in weilanden wordt gebouwd. Uitzitter: „We moeten niet langer de kop in het zand steken. Betaalbare woningen bouw je niet op de dure binnenstedelijke locaties.”

Binnenstedelijk bouwen duurt jaren Het kost jaren om binnenstedelijk tot een bouwlocatie te komen. Er is sprake van veel verzet vanuit huidige bewoners, omwonenden of bedrijven tegen bouwplannen. Tegelijkertijd kookt de woningmarkt over, omdat de bouw achterblijft bij de bevolkingsgroei.

„Dit plan voor huizen in weilanden neemt niet weg dat we ook binnenstedelijk verder blijven bouwen, daar komt een meerderheid van de nieuwe woningen. We voegen nu een smaak toe. En als we snelheid willen met z’n allen, kan dat niet zonder bouwen in het groen”, aldus de Neprom-voorvrouw. Momenteel is er een tekort van zo’n 280.000 woningen.

’Onbegaanbare weg’ De ontwikkelaars hebben locaties op een rij gezet. Een aantal is bekend, maar die worden tegengehouden door provincies. Waarom zou hier dan nu wel prioriteit aan gegeven worden? „Het is een onbegaanbare weg waar we op zitten. De minister moet aanwijzingen geven voor deze locaties in het groen. Zelfs dan gaat het nog vier jaar duren voordat deze woningen opgeleverd kunnen worden. Want alle plannenmakerij moet weer overnieuw gedaan worden, nadat ze soms decennialang zijn tegengehouden.”

De Rijksadviseur voor wonen vindt echter dat er al te veel huizen met tuinen in Nederland zijn en stelt dat mensen het liefst in steden willen wonen. Volgens de Neprom betreffen de plannen voor bouwen in het groen slechts 23% van wat totaal nodig is, dus de angst voor ’volbouwen’ is wat Uitzitter betreft ongegrond.

De nieuwe steden en woonwijken die de Neprom presenteert, zijn voorzien van groen, voldoen aan klimaateisen en bijvoorbeeld waterberging. Ook worden er niet alleen eengezinswoningen gebouwd, maar ook appartementen voor jongeren en senioren. Het gaat onder meer om Eemvallei, een nieuwe stad in Zuidelijk Flevoland en de Gnephoek bij Alpen aan den Rijn.

Maar de ontwikkelaars preken voor eigen parochie, klinkt het. Uitzitter: „De grond van deze projecten is in ons bezit, maar in onze parochie zitten ook gemeenten en woningzoekenden. We hebben de verantwoordelijkheid om met elkaar de bouwopgave te realiseren. Er melden zich elke dag mensen bij ons die graag een woning willen. Het is onverantwoord zoveel geld te steken in locaties die woningzoekenden niet willen. Steek het geld in betaalbare locaties, waardoor de doorstroming op gang komt.”

Met gepaste trots geven wij kennis van het feit dat de grondeigenaren van de kavels in project “Hoenderloo” hun grond door hebben verkocht aan een projectontwikkelaar. Wij zijn met name verguld met het feit dat dit binnen negen maanden voor elkaar gebokst is.

Grondvest feliciteert de desbetreffende investeerders dan ook hartelijk met hun behaalde winst. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen en zijn hard aan het werk richting het volgende succes.

__Klanten van Rabobank die meer dan een 100 duizend euro op hun rekening hebben staan, betalen daar vanaf juli 0,5 procent rente over. Dat geldt voor particuliere en zakelijke klanten. Rabobank is de vijfde bank die deze maatregel neemt als gevolg van de historisch lage rente. __

Particuliere spaarders bij Rabobank krijgen voor tegoeden onder een ton 0,01 procent rente. De wijziging is het gevolg van de lage rente in de markt, volgens de bank.

ING maakte in april al bekend dezelfde stap te nemen, ook per 1 juli. Bij ABN Amro gaat de grens op dezelfde datum naar 150 duizend euro. Bij de Volksbank, waar SNS, ASN Bank en RegioBank onder vallen, geldt de maatregel al sinds 1 april.

Het is nu de vraag welke bank de tegoeden als eerste onder de grens van een ton laat komen. Nu is er voor de ‘gewone’ spaarder nog weinig aan de hand, zei een woordvoerder van de Consumentenbond in april, na de aankondiging van ING om negatieve rente te heffen. ‘Maar als dit bedrag onder de ton komt, raakt het een grote groep mensen.’ Gemiddeld hebben Nederlanders zo’n 40 duizend euro spaargeld.

De voorwaarden van ING, Rabobank en Triodos werden op 1 juli vorig jaar aangepast, zodat de banken negatieve spaarrente kunnen voeren. ABN Amro deed dat al op 1 april 2020. De woordvoerder van de Consumentenbond vindt het vooral ergerlijk dat de voorwaarden eenzijdig worden veranderd: ‘Je stopt je geld op de bank met het idee dat je er rente over krijgt en dan moet je plotseling geld gaan betalen. Dat is niet de afspraak.’

De voornaamste reden van de stap ligt bij de Europese Centrale Bank (ECB). Die rekent negatieve rente over het overtollige spaargeld van de banken. De centrale bank doet dit om de economie te stimuleren. Zo hoopt de ECB dat bedrijven en consumenten hun geld eerder zullen uitgeven, als sparen niets meer oplevert.

Consumenten denken daar anders over, blijkt uit een enquête van de Consumentenbond. 80 procent van de consumenten zou het spaargeld verplaatsen wanneer de spaarrente negatief wordt. Een kwart van de mensen stapt over naar een bank die nog wel wat rente betaalt. Een op de vijf mensen haalt het geld van de bank en bewaart het in cash. En 11 procent van de mensen zou het geld liever beleggen, dan het zien verdampen op de bank.

De eerste banken zijn inmiddels zover: klanten moeten geld betalen om meer dan een ton op hun spaarrekening te zetten. De Consumentenbond pleit alvast voor een verbod op negatieve spaarrente onder de 100.000 euro, maar banken sluiten die volgende stap niet uit.

‘Per 1 april wijzigen uw rentetarieven. Over uw saldo vanaf 100.000 euro betaalt u dan negatieve rente: 0,5 procent. We snappen dat dat voor u vervelend is.’ Was getekend: Aegon.

Daarmee komt geld betalen om geld bij de bank te mogen stallen voor steeds meer Nederlanders dichtbij. ABN Amro verlaagde de grens begin dit jaar naar een half miljoen euro, ING en Rabobank leggen de lat sinds kort bij een kwart miljoen. Ook Triodos trekt de lijn al bij een ton.

Amanda Bulthuis van bankvergelijker Geld.nl sluit niet uit dat de grens voor negatieve rente stapsgewijs wordt verlaagd. ,,Maar het is nog een lange weg van 250.000 of 500.000 euro tot bedragen van bijvoorbeeld 50.000 euro. Bovendien willen banken mensen zolang mogelijk stimuleren om toch te sparen.’’

Op ABN Amro na sluit geen enkele bank uit dat er ook onder de ton negatieve spaarrente op de loer ligt. Inmiddels hebben alle banken – eenzijdig – hun voorwaarden zo veranderd dat die stap mogelijk is.

Banken moeten wel Negatieve rente rukt daarmee op richting de bedragen die Nederlanders gemiddeld op hun spaarrekening hebben staan: bijna 41.000 euro. Vooral 65-plussers komen in de gevarenzone, met een gemiddeld spaarvermogen boven de 60.000 euro. Alhoewel voor de meeste spaarders ‘minrente’ nog wel even uit zicht blijft: de helft van de Nederlanders heeft minder dan 14.000 euro op de spaarrekening staan.

,,Het aantal betaal- en spaarrekeningen met een negatieve rente is de afgelopen tijd gegroeid’’, aldus president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB). ,,Naarmate de rente langer laag blijft, zullen banken aan meer klanten negatieve rentes doorberekenen. Hoewel dat vervelend is voor spaarders, zijn de mogelijkheden voor banken beperkt om lagere rente-inkomsten op andere manieren te compenseren.’’

Negatieve rente kan voor consumenten meer dan vervelend uitpakken. Volgens de Consumentenbond haalt twee derde van de spaarders zijn geld van de bank als daarover negatieve rente wordt gerekend. Een vijfde denkt het vermogen thuis onder de matras te stoppen, 11 procent gaat beleggen.

Budgetinstituut Nibud maakt zich daar zorgen over. ,,Het is belangrijk dat mensen beseffen dat beleggen ook geld kost’’, zegt een woordvoerder. ,,Plus dat ze het risico lopen het geld kwijt te raken, net als bij beleggen in cryptomunten als bitcoin.’’ Het Nibud raadt aan om, lage rente of niet, altijd een flinke financiële buffer op de spaarrekening te houden.

‘Verbied negatieve rente’ De Consumentenbond gaat verder: die wil dat de regering verbiedt bij bedragen onder de ton negatieve spaarrente te rekenen. Tot nu toe zagen opeenvolgende ministers van Financiën niets in zo’n verbod, zoals in onder meer België wel geldt.

,,Minister Hoekstra (Financiën) heeft beloofd om te kijken naar nadere wetgeving als negatieve rente onder de ton gaat gelden’’, zegt een woordvoerder. ,,Wij leggen dat nu bij hem neer, want die grens is in zicht. Je kunt er maar beter op voorbereid zijn.’’

Hij geeft alvast een schot voor de boeg: ,,De minister heeft destijds een klemmend beroep op de banken gedaan om niet onder die 100.000 euro te gaan. Daar hebben ze zich tot nu aan gehouden. Maar een garantie geven ze niet. Ze hebben niet voor niks hun voorwaarden aangepast. Vertrouwt de minister er nu nog op dat die ton stand houdt?’’

DNB-topman Knot sluit niet uit dat er stappen moeten volgen, maar vindt het vooralsnog een taak van de banken. ,,Negatieve spaarrente op bedragen onder de 100.000 euro is een commerciële afweging die banken zelf moeten maken.’’

UTRECHT - Ondernemers met meer dan €100.000 op de zakelijke rekening bij SNS, ASN en RegioBank , krijgen hier een negatieve rente voor gepresenteerd. Moederbedrijf De Volksbank voert vanaf 1 april een rente van -0,5% in voor zakelijk spaargeld vanaf een ton.

De Volksbank kondigde de verdere verlaging van de drempel voor negatieve spaarrente donderdag aan. Eerder had de staatsbank de grens voor particuliere spaarders nog op €250.000 gesteld. Maar door het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) worden de kosten toch te hoog om een verdere verlaging te voorkomen, aldus De Volksbank.

Het spaargeld dat bij De Volksbank wordt geparkeerd, zegt de bank niet voldoende via leningen, hypotheken of obligatiebeleggingen uit te kunnen zetten. Hierdoor moet een te groot deel verplicht voor -0,5% gestald worden bij de Europese Centrale Bank (ECB). Ook groeit de spaarberg, omdat consumenten door de lockdowns hun geld niet uitgeven aan bijvoorbeeld vakanties of vrije tijd.

Als reguliere bank voor betalen, sparen en hypotheken, heeft De Volksbank de drempel voor negatieve rente van alle grootbanken het laagst gesteld voor zakelijke spaarders. Bij Rabobank en ING ligt de drempel om te betalen voor particulier spaargeld net als bij De Volksbank op €250.000. Bij ABN Amro ligt die drempel op €500.000.

De 25 grootste branche- en belangenverenigingen in de woningbouw hebben gisteren een akkoord gesloten waarin staat dat tot 2030 maar liefst 1 miljoen huizen moeten worden gebouwd. De afspraken die ze daarover samen maken zijn ook een oproep aan de politiek om de juiste voorwaarden te creëren en met extra geld over de brug te komen.

De partijen vinden dat er snel meer gedaan moet worden aan het woningtekort dat de laatste jaren in Nederland is ontstaan. De 75.000 huizen die nu volgens afspraak met het kabinet worden gebouwd zijn onvoldoende om het tekort van meer dan 300.000 huizen in te lopen. In prognoses is volgens de verenigingen onvoldoende rekening gehouden met de effecten van een groeiende bevolking, kleiner wordende huishoudens, langer zelfstandig wonende ouderen en immigratie.

,,De komende jaren opschalen naar 100.000 woningen per jaar vraagt een gigantische investering van bouwbedrijven”, zegt Piet Adema van branchevereniging WoningBouwersNL. ,,Dat kan alleen als er veel locaties bijkomen. Als gemeenten achterblijven in aanwijzen van grond, moet het kabinet ze kunnen dwingen.”

Twee keer zoveel sociale huur De inzet is om vooral voor middeninkomens de bouw op te schroeven, zo staat in het woonakkoord met de naam ‘Actieagenda Wonen’. Een kwart van de huizen zou van woningcorporaties moeten komen (sociale huur), die hun productie daarvoor bijna moeten verdubbelen. Koepelorganisatie Aedes laat weten dat afschaffing van de verhuurdersheffing (bijna 2 miljard euro per jaar) daarvoor nodig is.

30 procent van de woningen moet worden gebouwd onder de NHG-grens (nu 325.000 euro). Nog eens 10.000 huizen moeten voor onder de 260.000 euro worden aangeboden. Ter vergelijking: de gemiddelde nieuwbouwprijzen liggen nu boven de vier ton.

,,Er zijn meer betaalbare woningen nodig voor alle generaties, maar vooral voor starters. Die markt komt niet van de grond”, zegt Karsten Klein van Vereniging Eigen Huis. ,,Het is heel belangrijk dat zo’n grote coalitie een overeenkomst heeft bereikt, maar we hebben 2 miljard euro extra nodig per jaar om deze aantallen te halen. Geld van het Rijk dat naar infrastructuur en voorzieningen gaat, kan de grondprijzen naar beneden brengen zodat huizen betaalbaarder worden.”

Industrialisatie Woningen kunnen sneller, goedkoper en duurzamer geproduceerd worden door meer standaardisatie en industrialisatie, zo hinten de 25 verenigingen. ,,Als we die investeringen moeten doen, vragen we wel van de overheid om meer eenheid in regelgeving te creëren”, zegt Adema. ,,Nu zijn er nog te veel gemeenten die hun eigen aanvullende duurzaamheidseisen op het bouwbesluit aanvullen. Dat kan niet als huizen grotendeels in de fabriek gebouwd moeten worden.”

Dat de woningmarktsector een maand voor de Tweede Kamerverkiezingen met deze uitgebreide agenda komt is uiteraard geen toeval. Het is alvast een wensenlijst die op tafel komt als politieke partijen straks een regering moeten vormen.

Amsterdam - Fijn, zo’n appeltje voor de dorst op je spaarrekening. Maar de inflatie en fiscus knabbelen er voortdurend aan. Van €100.000 spaargeld verdampt in vijf jaar €8200, als je uitgaat van het officiële inflatiecijfer. De werkelijke inflatie ligt waarschijnlijk fors hoger. En dan moet je nog hopen dat Zuid-Europa standhoudt onder de nieuwe corona-schuldenberg.

„Spaarders zijn defensief ingesteld, ze willen geen risico nemen, terwijl zij juist in het meest risicovolle product zitten”, zegt econoom Han Dieperink van vermogensbeheerder Auréus. „De garantie is dat je koopkracht in tien jaar halveert. En je loopt het risico dat de eurozone uit elkaar knalt. De euro is een relatief jonge munt. Er zitten een aantal foutjes in die opgelost moeten worden. Als dat niet gebeurt, is het einde oefening”, aldus de voormalige directeur investeringen van Rabobank.

„Mensen beseffen te weinig dat sparen ook een belegging is, namelijk in euro’s”, zegt financieel planner Wouter den Dulk van Den Dulk & Partners. „Een Amerikaan zou niet graag zijn dollars in euro’s omzetten.” Spaargeld verdampt vooral door inflatie. „Vroeger kreeg je een rente die hoger was dan de inflatie, dat is het traditionele sparen. Maar nu is de spaarrente dus veelal nul. Door de vermogensrendementsheffing – ook wel spaartaks – gaat sparen dan zelfs geld kosten, ” constateert valuta-expert en DFT-columnist Joost Derks van iBanFirst. Toch hebben Nederlanders vorig jaar €42 miljard meer gespaard, meldde De Nederlandsche Bank vrijdag. In totaal staat nu €487 miljard geparkeerd op een spaarrekening.

Het Centraal Planbureau verwacht dit jaar 1,4% inflatie. Het werkelijke cijfer ligt hoger, zegt Dieperink. „Men zegt: er is weinig inflatie. Maar je kan geen huis meer kopen, je vliegt niet meer met KLM maar met easyJet, je koopt niet meer dezelfde auto als vroeger.”

Volgens Dieperink komt het lage officiële inflatiecijfer tot stand door „goochelen” met het mandje waarmee de inflatie wordt berekend. „De boodschappen bij Albert Heijn zitten erin, maar niet aandelen, zorgkosten of huizen, terwijl die juist zo enorm in prijs zijn gestegen.” De overheid heeft volgens hem goede redenen om het officiële inflatiecijfer kunstmatig laag te houden. „Er zijn allerlei uitgaven aan gekoppeld, bijvoorbeeld uitkeringen.”

Bij het officiële inflatiecijfer en het huidige belastingtarief resteert van €100.000 na tien jaar €84.500 aan koopkracht. Dat kan bij de werkelijke inflatie dus nog veel minder zijn.

Hoe meer spaargeld, hoe sneller het afkalft. Dieperink: „Als je meer geld hebt, is jouw persoonlijke inflatie meestal hoger. Luxe goederen zijn flink duurder geworden. Je hebt ook een hoger tarief in de vermogensrendementsheffing.” Bij grote spaarbedragen kan je daardoor zelfs op termijn halveren in koopkracht.

Van groot belang voor Nederlandse spaarders is dat Zuid-Europa geen betalingsprobleem krijgt door de opgelopen schulden, want dat kan de euro in gevaar brengen.

Den Dulk wijst erop dat de gevaren groter zijn geworden doordat de Europese Centrale Bank al €1850 miljard heeft ’bijgedrukt’ om de coronacrisis te bestrijden. „Het is bijna niet te bevatten. Dat zijn schulden die terugbetaald moeten worden. Maar dat is uitzichtloos. Al voor de coronacrisis lukte het landen zoals Italië en Spanje al niet om hun schulden terug te dringen, terwijl de economie goed liep.”

De inflatie in Europa wordt hoger, verwacht Den Dulk. „Overheden hebben baat bij inflatie, dan wordt hun schuldenlast lager. Maar het is pijnlijk voor gewone burgers, want alles wordt wel duurder.” Dieperink denkt er ook zo over: „Ik vrees dat de centrale banken er alles aan zullen doen om de inflatie hoog te houden. De rente mag ook niet omhoog, anders zijn de overheidsschulden niet meer betaalbaar.”

Zuid-Europa moet zich de komende jaren dan ook koest houden onder de gigantische schuldenlast, die in Italië is opgelopen tot 155% van het bruto nationaal product (tegen 60% in Nederland). Dieperink: „Dan moet je dus niet in Italië een regering krijgen die uit de euro wil stappen. Je hebt nu het voorbeeld van Groot-Brittannië dat uit de EU is gestapt. Als dat goed gaat, kunnen andere landen het ook willen.”

Mocht het mislopen met de banken, dan staat de Nederlandse overheid garant voor spaargeld tot €100.000. Den Dulk verwacht wel dat die belofte gestand gedaan wordt. „Het probleem is: wat kan je dan nog kopen voor die €100.000. Is dat dan nog maar €50.000?”

Het alternatief voor sparen is goed gespreid beleggen, zegt Den Dulk. „Bijvoorbeeld in schuldenvrije bedrijven of onroerend goed. Als de euro klapt, gaan niet al onze huizen klappen.” Dieperink: „Of je nou spaart of belegt, je moet denken in termen van koopkracht.”

Is sparen dan helemaal nooit verstandig? Den Dulk: „Sparen vind ik heel goed, zeg tot iets van €15.000, om een buffer te hebben. Maar voor rendement op lange termijn zul je naar andere dingen moeten kijken. Zelfs toen de de spaarrente 12% was, had je beter ergens anders in kunnen zitten.”

Minister Kajsa Ollongren (Wonen) deelt 290 miljoen euro uit aan gemeenten om met grote spoed 51.000 nieuwe huizen te bouwen. Het geld gaat naar allerlei woningbouwprojecten in het land, van Harderwijk tot Helmond.

Dat laat Ollongren vanochtend weten aan de Tweede Kamer. Op Prinsjesdag vorig jaar beloofde het kabinet geld uit te trekken voor de bouw van nieuwe huizen, omdat de woningnood in Nederland groot is. Veel bouwprojecten lopen nu spaak, vanwege de corona- en stikstofcrisis en doordat gemeenten te weinig geld hebben om grond bouwrijp te maken. Het kabinet zegde vorig jaar 1 miljard euro toe om de woningbouw te versnellen. Daarvan keert Ollongren nu de eerste 290 miljoen euro uit. Dat gaat naar 27 bouwprojecten. ,,Dit resultaat overtreft al mijn verwachtingen’’, zegt Ollongren. ,,Ruim 51.000 woningen erbij is een stevige bijdrage om het woningtekort in te lopen.’’

12.000 euro per huis Niet alleen het kabinet trekt de portemonnee. Gemeenten en provincies die een aanvraag hebben gedaan, moeten zelf de helft van de subsidie betalen. In totaal leggen zij 331 miljoen euro bij. Zo wordt de subsidie per nieuw te bouwen huis 12.000 euro. Met dat geld kunnen gemeenten grond bouwrijp maken – door bijvoorbeeld fabrieken te slopen – en projectontwikkelaars afkopen, zodat zij óók goedkope huizen bouwen. Zonder de miljoenensubsidie zouden de meeste bouwprojecten niet – of pas later – kunnen beginnen. Het gaat onder meer om woontorens rond station Holland Spoor in Den Haag, een bouwproject in het stationsgebied van Nijmegen, Feyenoord City in Rotterdam en de Centrumschil in Deventer. Ook komen er honderden extra huizen in Eindhoven, Delft, Leiden en Schiedam. In Rijswijk wordt een verouderd winkelcentrum omgebouwd tot woon-werklocatie, met 1400 woningen.

Groot tekort Of de financiële steun van het kabinet genoeg is om het nationale doel van 75.000 nieuwe huizen per jaar te halen, is nog maar de vraag. Nederland kampt momenteel met een tekort van honderdduizenden woningen, waardoor de huizenprijzen hoog zijn en huurders in de grote steden soms meer dan tien jaar moeten wachten op een huurwoning.

Van de 51.000 nieuwe huizen die dankzij de kabinetssubsidie gebouwd gaan worden, valt 65 procent in de categorie ‘betaalbare woningen’. Zo komen er 14.000 sociale huurwoningen, 12.000 middenhuurwoningen en 6000 koophuizen van onder de 310.000 euro. De rest van de huizen heeft een hoge huur of is duurder dan 310.000 euro.

Afgewezen Hoewel Ollongren blij zegt te zijn met de nieuwbouwplannen, is bijna de helft van de aanvragen door gemeenten afgewezen. Van de 52 subsidieaanvragen krijgen er 25 géén geld. ,,De hoogte van de bijdrage was bijvoorbeeld onvoldoende onderbouwd of het project is nog niet ver genoeg uitgewerkt’’, laat Ollongren daarover aan de Tweede Kamer weten.

Toch denkt de minister dat die aanvragen in de volgende subsidieronde wél kans maken. In oktober kunnen gemeenten opnieuw een aanvraag doen. Het kabinet heeft nog 700 miljoen euro in de subsidiepot zitten. Begin volgend jaar wordt bekend welke bouwprojecten dan ook op overheidssteun kunnen rekenen.

De aankoop van grond voor woningbouw is weer populair onder gemeenten. Zes op de tien hebben de afgelopen twee jaar grond aangekocht, blijkt uit een enquête onder krap de helft van de 355 Nederlandse gemeenten door adviesbureau Stec Groep. Een nog groter deel is van plan dat de komende twee jaar te doen.

Hoewel het de eerste meting is, duiden de cijfers volgens experts op een omslag. ‘Wij herkennen dat meer gemeenten in ieder geval nadenken over een actiever grondbeleid dan voorheen’, schrijft een woordvoerder van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook partner bij Deloitte Real Estate Frank ten Have en adviesbureau Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling zien een kentering in het gemeentelijk beleid. Metafoor adviseert zo’n 120 gemeenten.

Na de crisis trapten veel gemeenten op de rem. Toen de vastgoedprijzen daalden moesten ze miljarden afschrijven op grond die ze in de jaren daarvoor op grote schaal hadden gekocht. De totale waarde van de gemeentelijke grond bedraagt nog altijd ongeveer de helft van voor de crisis, toen het volgens Deloitte zo’n €13 mrd was.

Door de aankoop van grond hopen gemeenten de woningbouw te versnellen. In de eerste negen maanden van dit jaar zijn voor iets minder dan 37.000 woningen bouwvergunningen verstrekt, een kwart minder dan een jaar eerder. En dat terwijl per jaar 75.000 nieuwe woningen nodig zijn. Vooral woningcorporaties kunnen moeilijk aan bouwlocaties komen. Ook willen gemeenten volgens de VNG meer invloed op de ruimtelijke ontwikkeling.

Stec Groep waarschuwt voor de risico’s van grondaankopen. ‘We zitten nu in een hoogconjunctuur. Het is niet slim om op de top van de markt te kopen’, zegt onderzoeker Erik de Leve. Woningbouwtrajecten duren lang, gemiddeld zo’n tien jaar. Het is volgens De Leve nog maar de vraag of gemeenten de grond straks zonder verlies kunnen verkopen.

Opvallend is het hoge percentage (meer dan 70%) gemeenten in krimpgebieden dat de afgelopen jaren grond heeft gekocht. Ruim 60% is van plan dat de komende tijd te doen. In die gemeenten neemt de druk op de woningmarkt nu al af, waardoor grondposities risicovoller zijn. De Leve denkt dat deze gemeenten voorsorteren op herstructurering en sloop in de toekomst.

Ten Have relativeert de gevaren van de hernieuwde interesse in grondaankoop bij gemeenten. Volgens hem wordt er niet veel meer geld geïnvesteerd in grond. Eerder schaffen gemeenten volgens hem selectief kleinere percelen aan, zodat ze aan tafel komen te zitten bij ontwikkelingsprojecten. ‘Ze zien namelijk dat marktpartijen het niet altijd oppakken zoals de bedoeling was’, zegt hij.

Cijfers van hoogleraar Willem Korthals Altes van de TU Delft laten geen stijging van het totale bedrag aan grondaankopen zien. Ten opzichte van 2018 was er in de eerste negen maanden van dit jaar zelfs een lichte daling. Tot en met september kochten gemeenten voor €85 mln aan grond, terwijl dat vorig jaar €127 mln was. Dat was wel een stijging ten opzichte van 2017, toen gemeenten €88 mln uitgaven aan grond. Korthals Altes: ‘Ik denk dat de bereidheid tot grondaankopen er bij gemeenten is, maar dat het tijd kost voordat ze ook daadwerkelijk handelen.’

Terwijl de rentes voor hypotheken, sparen en persoonlijke leningen dalen, hebben banken de tarieven voor rood staan op de betaalrekening of lenen op creditcard de afgelopen jaren niet of nauwelijks verlaagd. Dat signaleert vergelijkingssite Geld.nl.

Voor rood staan betaalt een klant nog altijd gemiddeld 10 procent rente aan zijn bank. Buiten de ING hebben de meeste banken dit tarief de afgelopen twee jaar niet verlaagd. Ook voor een krediet op de creditcard hebben banken nauwelijks een verlaging doorgevoerd. De klant is nog altijd zo’n 14 procent rente kwijt.

Opmerkelijk, vindt financieel expert Amanda Bulthuis van Geld.nl. De rentes voor bijvoorbeeld persoonlijke leningen, hypotheken en sparen zijn de afgelopen jaren gedaald. Daarbij volgden ze de daling van marktrentes.

Volgens ABN Amro, ING en ASN Bank liggen de rentetarieven hoger bij roodstanden en creditcardkredieten omdat de risicokosten hoger zijn dan voor een hypotheek, waar er een onderpand is voor de lening. Daarnaast zijn de administratiekosten voor het verstrekken van een lening bij kleinere bedragen in verhouding hoger, zo luidt de verklaring.

Geld.nl vindt de argumenten niet opgaan. Bulthuis: ,,Die risico- en administratiekosten waren er ook al voordat de marktrentes omlaag gingen.” Ze raadt klanten aan om eerder voor een persoonlijke lening te kiezen dan voor rood staan of lenen op de creditcard. Voor een lening van 5000 euro begint de rente vanaf 5,8 procent.

Spaarders zijn in Nederland letterlijk een dief van hun eigen portemonnee, nu de reële rente – de ontvangen rente na aftrek van inflatie – diep in de rode cijfers is gedoken. Maar wat moet je dan met je geld doen? Vijf alternatieven voor sparen.

Niet doen: sparen Spaarders krijgen hooguit 0,02 procent rente. Iemand met een spaarrekening van 10 duizend euro krijgt 2 euro rente per jaar. Dat compenseert de waardevermindering van het geld bij lange na niet. Wie meer dan 3

Grondvest Nederland B.V.: Meningen

5/5 (1 Meningen)
Ben Lint 7 years ago

Fantastische ervaring: Dit bedrijf heb ik zelf voor gewerkt.

Laat uw mening over Grondvest Nederland B.V.:

1 = slecht
5 = Uitstekend

Grondvest Nederland B.V. verschijnt in de volgende vermeldingen:

Andere makelaarskantoren die u mogelijk interesseren

5 (87)
B2 Makelaars & Taxateurs

B2 Makelaars & Taxateurs

Zie adres- en contactgegevens
Kleine Houtweg 109 - 2012 CE, Haarlem
023 820 0198
4.6 (9)
NET Makelaars Haarlem

NET Makelaars Haarlem

Zie adres- en contactgegevens
Turfmarkt 32 zwart - 2011 CB, Haarlem
023 303 5444
5 (41)
VLIEG Makelaars, Hypotheken en Verzekeringen Haarlem
VLIEG Makelaars, Hypotheken en Verzekeringen Haarlem

VLIEG Makelaars, Hypotheken en Verzekeringen Haarlem

Zie adres- en contactgegevens
Freddie Oversteegenstraat 269 - 2033 MV, Haarlem
+31235530055
4.7 (115)
Koops Makelaardij

Koops Makelaardij

Zie adres- en contactgegevens
Gedempte Oude Gracht 152 A - 2011 GX, Haarlem
023 532 9817
Orange Wonen Makelaars

Orange Wonen Makelaars

Zie adres- en contactgegevens
Kleine Houtstraat - 2011 DR, Haarlem
06 21210005
4.9 (104)
Mooijekind Vleut Makelaars Haarlem

Mooijekind Vleut Makelaars Haarlem

Zie adres- en contactgegevens
Gedempte Oude Gracht 124 - 2011 GX, Haarlem
023 542 0244
4 (20)
123Wonen Haarlem verhuurmakelaar

123Wonen Haarlem verhuurmakelaar

Zie adres- en contactgegevens
Wagenweg 5 - 2012 NA, Haarlem
023 760 1480
4.9 (70)
Your Dutch Home

Your Dutch Home

Zie adres- en contactgegevens
Dreef 48 - 2012 HS, Haarlem
+31850580030
4.8 (6)
Boonstra Heijmeijer Makelaars

Boonstra Heijmeijer Makelaars

Zie adres- en contactgegevens
Fonteinlaan 7 - 2012 JG, Haarlem
023 531 9192
4.5 (20)
Hamer & Ran Garantiemakelaars | NVM Makelaar Haarlem

Hamer & Ran Garantiemakelaars | NVM Makelaar Haarlem

Zie adres- en contactgegevens
Raamsingel 32 - 2012 DT, Haarlem
023 531 9440
5 (1)
Vastgoed Adviesgroep Makelaars

Vastgoed Adviesgroep Makelaars

Zie adres- en contactgegevens
Lorentzplein 26 - 2012 HH, Haarlem
023 531 4310
5 (4)
Spaarne Makelaars

Spaarne Makelaars

Zie adres- en contactgegevens
Damstraat 25 - 2011 HA, Haarlem
023 534 4207

Voeg uw makelaarskantoor gratis toe aan onze directory

Als u een makelaarskantoor beheert en in onze gids wilt verschijnen, stuur ons dan uw bedrijfsgegevens en u kunt volledig gratis verschijnen.

Voeg uw makelaar gratis toe

De grootste onroerend goed directory in Nederland

Vind de beste makelaars bij jou in de buurt